Pannekoeken |
ID:136 |
|
||||||||||||||||
Ingrediénten: |
||||||||||||||||
|
o | Bereid het beslag voor de pannekoeken, zoals voor flensjes werd beschreven. | ||
o | Laat telkens wat vet of boeter of en mengsel van beide, in de koekenpan good heet worden, geit hierin een gedeelte van het beslag, laat dit bij fel vuur flink bakken, keer de pannekoek | ||
o | Met behult van een deksel of pannekoekmes om, zodra de boven kant droog is en bak de andere zijde mooi bruin. | ||
o | Leg de pannekoeken op een verwarmde schotel en geef er stroop, suiker og jam og ook wel roggebrood bij. |